De filosoof Socrates
Socrates is zonder twijfel de filosoof die het meest invloedrijk is geweest zonder ooit zelf iets geschreven te hebben. Veel oude filosofische teksten zijn zoekgeraakt, maar het is waarschijnlijk dat Socrates zelf nooit iets opschreef. Wat we van hem weten komt uit drie bronnen (Plato, Aristophanes and Xenophon), waarvan er eentje de spot met hem drijft. Plato is misschien wel de belangrijkste bron, hoewel we eigenlijk nooit zeker weten of Plato opschrijft wat Socrates daadwerkelijk deed en zei, of wat Plato ervan heeft gemaakt. Dit heet het ‘Socratisch probleem’. Maar het is aardig om Socrates’ filosofie te beginnen met hoe hij het volgens zowel Plato als Xenophon zelf vertelt in de rechtszaak die uiteindelijk tot zijn dood zal leiden.
Socrates vertelt hoe zijn vriend Chaerephon naar het Orakel van Delphi gaat, in de Griekse oudheid een belangrijke spreekbuis van de goden en vraagt of er iemand wijzer is dan Socrates. Tot Socrates’ verbazing zegt het Orakel dat Socrates de meest wijze mens is. Hoe kan dat, vraagt Socrates, want om wijs te zijn, heb je kennis nodig en ik heb juist het idee dat ik helemaal niets weet. Maar omdat je goden niet zomaar kunt ondervragen, besluit Socrates te testen of dit waar is, en hij gaat de stad in om mensen te vragen naar hun kennis. Maar, stelt hij, dit is dan niet zomaar kennis, maar kennis van de meest belangrijke zaken. Dus als hij naar de timmerman gaat, wil hij niet weten hoe je een spijker verwijdert uit een oude plank, maar wat de timmerman weet over wat het is dat een timmerman een goede timmerman en een goed mens maakt. Socrates bezoekt de poeten, de politici en de ambachtslieden en onderwerpt hen allemaal aan zijn eigen ‘socratische methode’. Hij vraag naar wat het is om deugdzaam te zijn, en wat een goed leven is, maar hij komt er achter dat hoewel de ondervraagde mensen heel zelfbewust beginnen met hun antwoord, ze al vrij snel stranden als Socrates doorvraagt en hen betrapt op tegenstrijdigheden. Maar het meest confronterende van deze onderzoekingen vindt Socrates het feit dat alle mensen die hij eerst ondervraagt wel volstrekt in de veronderstelling waren dat zij het antwoord op de elementaire vragen hebben die Socrates hen stelt. En dan realiseert Socrates zich wat het Orakel moet hebben bedoeld: Socrates onderscheidt zich van alle andere mensen die hij spreekt van het feit dat hij van zichzelf zegt dat hij niets weet. En dat is een wijsheid op zich, zeker als je het vergelijkt met het valse zelfbewustzijn van zijn stadsgenoten.
Na jaren te hebben rondgelopen in lompen, en voor nop te filosoferen met mensen in de stad (en hen aan zijn categorische vragen te onderwerpen), wordt Socrates voor het gerecht gedaagd door zijn stadsgenoten. Waarschijnlijk zijn de stadsgenoten jaloers op de populariteit van Socrates bij de jeugd, en ze verwijten hem dan ook dat hij de jeugd verziekte met zijn praatjes. Verder hield Socrates er nogal eens afwijkende religieuze ideeen op na, en dat werd het tweede verwijt. Socrates voert zijn eigen pleidooi, dat er (volgens Plato) zelfs op neer komt dat hij, in plaats van de gifbeker te hoeven drinken, de rest van zijn leven gratis eten zou krijgen op kosten van de stad, omdat hij de stad een groot plezier doet met zijn zoektocht naar de waarheid. Maar daar willen de Atheners niets van weten. Ze stemmen voor zijn doodstraf. Socrates verzet zich niet, want, zo stelt hij, hij is niet bang voor de dood. Zijn laatste woorden waren: ‘Hey Crito! We moesten nog een haan offeren, vergeet dat niet!’
Socrates’ ideeën
Over Socrates’ precieze ideeën is het lastig stellige uitspraken te doen. Maar zijn methode was evident. Als zoon van een vroedvrouw vond hij dat het antwoord in mensen zelf lag. Door goede vragen te stellen, kon hij mensen doen inzien wat ze eigenlijk al wisten, of misschien wel dat ze iets zelf niet wisten.
Let op het belang van deze gedachte, die we eerder al zagen in de antieke filosofie. Ons brein is met elkaar geconnect waardoor we bepaalde methodes kunnen hanteren om met elkaar over waarheid te praten. En daarnaast helpt die methode om de kennis die we voor een gedeelte al hebben naar boven te halen. We zien deze gedachte later terug in Plato. Want het is natuurlijk een interessante vraag hoe het kan dat wij mensen vrij makkelijk tot dezelfde conclusies kunnen komen, met gebruik van logica. Plato zal eruit concluderen dat ons brein kennis in zich herbergt, die misschien wel helemaal los staat van de buitenwereld. Voor Socrates geldt: je weet het wel, zeg het maar. Of tenminste: je weet wel dat je niets weet, kom er maar voor uit. Dat is een vruchtbaar startpunt. Dat is de aporia, en het is precies die aporia die je helpt om vervolgens wel degelijk op onderzoek uit te gaan, net zoals Socrates dat doet.
Een van de belangrijkste basale vragen voor Socrates is de vraag naar hoe je gelukkig kunt worden. Geluk, zo stelt Socrates, is het belangrijkste in het leven. was ‘wat moet ik doen?’, ofwel: de ethiek. Ook deze vraag benaderde Socrates vanuit ‘kennis’. Hij begint met de aporie en gaat vanaf daar op zoek naar een antwoord op de ethische vraag. Socrates stelt namelijk (en hier komt een filosofische redenering) dat iets nooit 100% goed is, tenzij je het met wijsheid combineert. Zelfs iets overduidelijks als ‘gezondheid’ is pas goed als het een deugdzaam mens betreft dat gezond is, en niet een boze tiran die allerlei mensen de dood in jaagt. En medicijnen zijn pas goed als ze met wijsheid worden toegepast, want zonder die wijsheid zijn ze dodelijk. Het is dus, zegt Socrates, uitsluitend wijsheid en kennis die een ding goed kan maken.
Maar je zou kunnen zeggen dat ethiek iets anders is dan kennis. Want als je weet wat goed is om te doen, dan wil dat nog niet zeggen dat je dat vervolgens ook doet. Als ik weet dat het niet verstandig is om een sigaret te roken, dan wil dat nog niet zeggen dat ik het ook ga doen. Of als ik weet dat het niet ethisch is om geld achterover te drukken, dan wil dat nog niet zeggen dat ik het ook echt niet doe. Het bijzondere van Socrates’ benadering is dat het suggereert dat dit dilemma niet bestaat. Wie, zo zou Socrates zeggen, zegt er ooit: ‘oh, dit is een goede keuze, maar ik ben niet zo van ‘goed’, dus ik kies voor wat slecht is’. Voor Socrates geldt: no one does wrong willingly. Maar of dat zo is, is nog een beetje de vraag. Je zou kunnen zeggen, hier zit Socrates misschien iets te veel in z’n hoofd. De werkelijkheid werkt, helaas, toch anders.
Socrates’ invloed
Socrates’ invloed is lastig te onderschatten, hoewel het ook moeilijk is om aan te wijzen waar deze precies in zit (omdat Socrates zelf niks opschreef). Maar het gros van de Griekse scholen is aan hem opgedragen en zien zichzelf allemaal als opvolgers van het gedachtegoed van Socrates. Vanaf Socrates is de filosofie definitief de weg op gegaan naar de waarheid, met gebruik van de rede. Zijn methode wordt nog steeds gezien als de blauwdruk van alle filosofische methodes en de aannames die eronder liggen (dat onze ratio ons kan helpen om bij waarheid uit te komen) ook.
In veel dagelijkse praktijk van bijvoorbeeld het bedrijfsleven is het ‘Socratisch gesprek’ nog een veelgebruikte methode. De kracht van de methode ligt erin dat er samen gezocht wordt naar een oplossing voor een probleem, door deze te onderzoeken op dieperliggende zaken. Het is dan van belang dat mensen zorgvuldig naar elkaar luisteren en heel open staan voor andermans argumenten.
Meer
- Lees ook: inleiding in de Griekse Filosofie
- Lees ook: Aristoteles