Cursus: filosofie en islam – Amsterdam

Hoe Arabieren in de middeleeuwen vooruitgang en wetenschap naar Europa brachten. Cursus van drie middagen (2,5u per keer). Locatie: Amsterdam. Klik voor meer.

Driedelige cursus 

De Islam komt er in het hedendaagse debat over het vrije denken slecht van af. Maar dat is niet altijd zo geweest. In de middeleeuwen waren de rollen in het debat over tolerantie en vrijheid precies omgedraaid. Het Arabische rijk bracht filosofie en wetenschap (in die tijd waren die twee inwisselbaar) naar het intolerante en onverlichte Europa en zorgde voor de eerste aanzet van wetenschappelijk denken. Hoe ging dat in z’n werk? En hoe verhoudt zich de bloeitijd van de “Islamitische verlichting” tot het Islamitische geloof dat vandaag de dag zo vaak als onverlicht en intolerant wordt gezien?

Ga mee met deze reis door de geschiedenis en leer niet alleen de filosofie en wetenschap van de Arabische wereld en hun revolutionaire denkers kennen, maar ook met andere ogen naar onze eigen Westerse wereld kijken – een bezoek aan de supermarkt zal nooit meer hetzelfde zijn.

3 hoorcolleges van 2,5 uur

Meer over filosofie en islam hier

Boek deze cursus hier

Specificatie:

Met drie hoofdthema’s richt de collegereeks zich op de belangrijkste wetenschappelijke vernieuwingen die in de middeleeuwen vanuit de Arabische wereld Europa binnenkwamen: rekenkunde, astrologie en geologie, en het onafhankelijke denken. Die thema’s worden zichtbaar in een hele rij voorbeelden, zoals ons gebruik van getallen, de horoscoop, de reis van Columbus, en het hedendaagse tolerantiedebat. Tot zelfs de opkomst van computers.

Aan de hand van drie steden volgt u het verhaal van de ongelooflijke expansie van het Arabische rijk in de middeleeuwen. Het werd drie keer zo groot als het Romeinse Rijk ooit was. Als bestuurshoofdstad bloeide in Bagdad de kennis en wetenschap. Cordoba, een Spaanse stad die het centrum werd voor Islamitisch Europa probeerde Bagdad te evenaren en slaat zo een brug tussen het Midden Oosten en Europa. Toledo is de Spaanse stad die uiteindelijk zorgde voor de link van de Arabische kennis naar de Europeanen, die tot dan toe hadden liggen te slapen.

Maar de collegereeks zet u zelf ook aan het denken. Wat is er zo vanzelfsprekend aan onze eigen kennis? Is het wel zo logisch dat de aarde draait en dat we tot tien tellen bijvoorbeeld? Hoe hebben we ooit geleerd om abstract te redeneren? En wat zegt deze geschiedenis over de rol van religie in de geschiedenis van de wetenschap en het hedendaagse publieke domein.

Cursus: filosofie en islam – Alkmaar

Hoe Arabieren in de middeleeuwen vooruitgang en wetenschap naar Europa brachten. Cursus van drie middagen (2,5u per keer). Locatie: Alkmaar. Klik voor meer.

Driedelige cursus 

De Islam komt er in het hedendaagse debat over het vrije denken slecht van af. Maar dat is niet altijd zo geweest. In de middeleeuwen waren de rollen in het debat over tolerantie en vrijheid precies omgedraaid. Het Arabische rijk bracht filosofie en wetenschap (in die tijd waren die twee inwisselbaar) naar het intolerante en onverlichte Europa en zorgde voor de eerste aanzet van wetenschappelijk denken. Hoe ging dat in z’n werk? En hoe verhoudt zich de bloeitijd van de “Islamitische verlichting” tot het Islamitische geloof dat vandaag de dag zo vaak als onverlicht en intolerant wordt gezien?

Ga mee met deze reis door de geschiedenis en leer niet alleen de filosofie en wetenschap van de Arabische wereld en hun revolutionaire denkers kennen, maar ook met andere ogen naar onze eigen Westerse wereld kijken – een bezoek aan de supermarkt zal nooit meer hetzelfde zijn.

3 hoorcolleges van 2,5 uur

Meer over filosofie en islam hier

Boek deze cursus hier

Specificatie:

Met drie hoofdthema’s richt de collegereeks zich op de belangrijkste wetenschappelijke vernieuwingen die in de middeleeuwen vanuit de Arabische wereld Europa binnenkwamen: rekenkunde, astrologie en geologie, en het onafhankelijke denken. Die thema’s worden zichtbaar in een hele rij voorbeelden, zoals ons gebruik van getallen, de horoscoop, de reis van Columbus, en het hedendaagse tolerantiedebat. Tot zelfs de opkomst van computers.

Aan de hand van drie steden volgt u het verhaal van de ongelooflijke expansie van het Arabische rijk in de middeleeuwen. Het werd drie keer zo groot als het Romeinse Rijk ooit was. Als bestuurshoofdstad bloeide in Bagdad de kennis en wetenschap. Cordoba, een Spaanse stad die het centrum werd voor Islamitisch Europa probeerde Bagdad te evenaren en slaat zo een brug tussen het Midden Oosten en Europa. Toledo is de Spaanse stad die uiteindelijk zorgde voor de link van de Arabische kennis naar de Europeanen, die tot dan toe hadden liggen te slapen.

Maar de collegereeks zet u zelf ook aan het denken. Wat is er zo vanzelfsprekend aan onze eigen kennis? Is het wel zo logisch dat de aarde draait en dat we tot tien tellen bijvoorbeeld? Hoe hebben we ooit geleerd om abstract te redeneren? En wat zegt deze geschiedenis over de rol van religie in de geschiedenis van de wetenschap en het hedendaagse publieke domein.

Ongeneeslijk Religieus 2: waarom we liever niet in God geloven

Er is een prima reden om niet in God te geloven: er gaan heel veel mensen dood. Soms zo veel dat men massaal het geloof verliest. Zoals in Lissabon, 1755.

Ongeneeslijk religieus

In een nieuwe blogserie over filosofie en geloven in God, neem ik je mee in de vraag hoe we zijn geworden wie we zijn: seculiere, postmoderne mensen, levend in de tijd van de dood van God. Langs verschillende historische gebeurtenissen en filosofische vragen kan er zo een beter begrip van jezelf en de huidige tijd ontstaan. En ik evalueer of ze een punt hebben, filosofen die zeggen: ‘misschien staat God ook weer op’. Klik hier voor mijn boek: Ongeneeslijk Religieus.

Waarom we liever niet in God geloven

We gaan terug naar de eerste helft van de 18e eeuw. Het was het hoogtepunt van de Verlichting in Europa. De briljantste filosofen liepen rond, de wetenschap was in een stroomversnelling geraakt en men geloofde in de toekomst. Lissabon was de hoofdstad van een gigantische kolonisatiemacht. De Portugezen waren overal ter wereld te vinden en brachten alle rijkdom die ze vonden naar hun hoofdstad. Lissabon was rijk, machtig en vol van aanzien. Maar in dat jaar kwam alles aan een eind in november 1755.
En het was het moment waarop de filosofie begon af te rekenen met God.

Op een avond in november…

Op 1 november, Allerheiligen, brandden in alle katholieke kerken in Europa kaarsjes ter nagedachtenis aan de heiligen en martelaren uit de geschiedenis. Veel mensen waren in de kerk. Ook in Lissabon. Niemand kon vermoeden dat er op dat moment, op een paar kilometer van de kust van Portugal een aardbeving ontstond. Een van de dodelijkste aardbevingen die de wereld ooit heeft gekend.

Terwijl veel gelovigen in de kerk zaten, begon de stad op haar fundamenten te trillen, zo’n vijf minuten lang. Mensen vluchtten in paniek de kerk uit naar open ruimte. Niet iedereen lukte dat: veel mensen stierven onder de vallende stenen in de kerk. De verbijstering was enorm. Honderden doden.

Het werd nog erger. 40 minuten na de aardbeving kwam een tsunami. Een muur van water zoals Europa nog nooit had gezien, spoelde in één oogwenk iedereen weg die net een veilig onderkomen had gevonden. Lissabon werd bedolven onder water.

Duizenden doden.

Daar bleef het niet bij: de honderden kaarsjes in de vele kerken vielen om door de kracht van de aardbeving. Het vuur verspreidde zich door de stad en verzwolg alles wat de aardbeving en de tsunami hadden laten staan. Tienduizenden doden.
85 procent van alle gebouwen in Lissabon was weggevaagd, tienduizenden mensen verloren hun leven. Het leger van Portugal kwam en verbood iedereen die nog in leven was de stad te ontvluchten voordat alle lijken waren geruimd. Ziektes braken uit. De ellende was gigantisch.

Waar was God op Allerheiligen?

Europa keek in verbijstering toe. Wat gebeurt hier? Waarom krijgt Lissabon dit allemaal te verduren, nota bene op allerheiligen? En: waar is God op zo’n moment?

Er is veel over Lissabon geschreven in die tijd. Bijvoorbeeld door de filosoof Immanuel Kant. Hij was een van de eersten die bedacht dat een aardbeving misschien ook gewoon een natuurlijke oorzaak had. Het was de geboorte van aardrijkskunde in Europa.

Kun je nagaan: voordat Immanuel Kant op dit idee kwam, dacht men veel eerder aan bovennatuurlijke redenen voor een fenomeen als een aardbeving. God dus. En dat hij het een keertje nodig vond. Maar de ramp van Lissabon was zo gruwelijk (en het was nota bene een christelijke feestdag!) dat die verklaring onder druk kwam te staan.

God kreeg een onvoldoende

Kun je serieus nog geloven dat God hier iets mee te maken heeft? Misschien niet eens als aanstichter, maar hij had toch kunnen ingrijpen?

Na Lissabon stonden er voor het eerst in de geschiedenis van het Westen denkers op die zeiden: ik geloof het niet meer. Voltaire was er zo één. Hij stelde dat de wereld een puinhoop is en daarmee uit. Niks geen groter plan, niks geen goddelijke wijsheid. Het hem wel, maar hij kon niet anders concluderen dan dat het broddelwerk was. God kreeg een onvoldoende. Deze ramp sloeg nergens op.

De meeste denkers durfden het niet aan om God zo buitenspel te zetten. Ook Immanuel Kant niet. Ze zeiden iets wat lijkt op wat ik vroeger op de zondagsschool hoorde: een borduurwerk heeft twee kanten. De onderkant is een chaos maar de bovenkant is prachtig. Wij mensen zien de onderkant van onze wereld, maar God ziet de bovenkant.

Een gotspe, als je net al je familie bent verloren.

Charles Taylor, een hedendaagse filosoof zegt het zo: 500 jaar geleden was het een beetje bizar als je niet in God geloofde. En 500 jaar geleden was het doodnormaal om aardbevingen toe te schrijven aan God. Tegenwoordig is het een beetje bizar als je wél in God gelooft. En vandaag de dag is het een gotspe om te zeggen dat God aardbevingen veroorzaakt. Tegenwoordig noemen wij aardbevingen betekenisloos natuurgeweld.

Vanaf Lissabon geldt: als het ons lukt zonder God, dan graag, dankuwel.

Maar lost de God-loosheid iets op?

Veel mensen kennen het verhaal van de aardbeving van Lissabon niet – ik kan me niet herinneren dat ik het op school heb gehad. Maar filosofe Susan Neiman zegt: Lissabon was Auschwitz voor Auschwitz.

Tja, Auschwitz was natuurlijk wel een tandje zwaarder. En een aardbeving gaat over natuurlijk kwaad. De natuur gaat z’n eigen gang. Daar zit geen reden achter, zeggen we tegenwoordig. Maar Auschwitz was moreel kwaad. Dat is wat jij en ik elkaar aandoen. Daar zit geen redeloze natuur achter – maar mensen. Mensen die elkaar dit met hun volle verstand aandoen. En hoe. Auschwitz was vele malen gruwelijker.

Toch was er een reden dat Immanuel Kant en vele anderen in zijn tijd niet zo ver gingen als Voltaire. Dat ze God graag een plek wilden blijven geven. Ze waren bang voor het idee van betekenisloos kwaad (zie vorig blog). En ze vroegen zich af: wordt het eigenlijk wel beter zonder God?

*de centraliteit van Lissabon in de westerse omgang met het kwaad komt uit het boek van Susan Neiman: Het kwaad denken.

Ongeneeslijk religieus 1: Filosofie en het geloof in God

Geloven in God heeft een belangrijk voordeel: het kan je helpen onheil in je leven beter te verklaren. Maar misschien ben je beter af zonder verklaring.

Ongeneeslijk religieus

In een nieuwe blogserie over filosofie en geloven in God, neem ik je mee in de vraag hoe we zijn geworden wie we zijn: seculiere, postmoderne mensen, levend in de tijd van de dood van God. Langs verschillende historische gebeurtenissen en filosofische vragen kan er zo een beter begrip van jezelf en de huidige tijd ontstaan. En ik evalueer of ze een punt hebben, filosofen die zeggen: ‘misschien staat God ook weer op’. Klik hier voor mijn boek: Ongeneeslijk Religieus.

Cursus Empathie

Toen Emily McDowel 38 jaar was, kreeg ze kanker. Negen maanden lang zat ze in intensieve chemotherapie om de kanker te doen slinken. Ondertussen stroomde haar brievenbus vol met kaarten. Ze kon er de muur mee behangen, zoveel kaarten.

De meeste van die kaarten sloegen de plank compleet mis.

“What doesn’t kill you makes you stronger” las ze. En: “Lachen is het beste medicijn!”. Nog één: ‘Everything happens for a reason”. Allemaal niet wat je wilt horen als je net je haar bent verloren en al dagen als een vaatdoek in bed ligt.

Nog vaker hoorde ze niks. Mensen wisten niet wat ze moesten zeggen.

Jaren later begon ze een bedrijfje dat ‘Empathy cards’ maakte. Kaarten voor mensen die niet weten wat ze moeten zeggen. Of die hoogstwaarschijnlijk de plank zullen misslaan. We hebben het hard nodig, zegt Emily McDowel. Empathie komt ons vandaag de dag niet meer aanwaaien.

filosofie en het geloof in god

Wat jij en ik verleerd zijn

Wij, postmoderne mensen zijn goed in een heleboel dingen, maar niet in omgaan met lijden. Of met de dood. We hebben er letterlijk geen woorden voor. We weten niet wat we moeten doen en we weten niet hoe we erover na moeten denken. Er zijn nog nooit mensen geweest in de geschiedenis die er zo slecht in waren als jij en ik.

Je ziet het terug in ons taalgebruik. Als het om kanker gaat, hoor je vaak strijdbare termen: “let’s kick cancer’s ass” en “fuck cancer”!. En je ziet beelden van de Alpe d’Huzes en mensen die tot het uiterste gaan. Dat is soms goed en belangrijk, maar niet als je de strijd verliest. Opgeven is geen optie. Zelfs niet als je gewoon dood gaat. Zo vertelt ook deze stervende kankerpatient.

Het absurde

Eigenlijk is het geen wonder dat we zo slecht kunnen omgaan met lijden en dood. Nooit was er een tijd en cultuur waarin mensen zoveel kunnen begrijpen van de wereld om hen heen. Voor alles zoeken we een verklaring, voor elk probleem wordt een oplossing verzonnen. Met dank aan de wetenschappelijke revolutie. Als de schrijver Harari de geschiedenis van de mensheid samenvat (in dit boek), dan stelt hij dat die wetenschappelijke revolutie één van de meest impact volle dingen is die de mens ooit is overkomen.

Maar het lot blijft bestaan. Het lot dat bepaalt dat jij op een dag ziek wordt. Dat je vader of moeder te vroeg overlijdt. Dat je vriend of vriendin bij je weggaat omdat het niet langer gaat. Gebeurtenissen waar wel een natuurlijke oorzaak voor te vinden is, maar waar geen antwoord bestaat op de waarom vraag. Waarom ik? Waarom nu? Waarom niet?

Dat is het type gebeurtenissen waarvoor jij en ik jaren nodig hebben om er vat op te krijgen. Als het al lukt. Vaak niet eens. In de filosofie wordt dit ‘the absurd’ genoemd. Je denken stopt. Er is geen reden.

filosofie en het geloof in godDe spanning van nu

En tegelijk is dat krankzinnig. Voor alles zoeken we een reden. Mensen zijn reden-zoekende wezens en postmoderne mensen helemaal.

Sterker nog, religie kan functioneren als een reden. De geschiedenis door zeggen mensen die lijden: God heeft er een plan mee. Of: God straft voor zondigheid. Liever een slechte reden, of ééntje die je niet begrijpt, dan helemaal geen reden.

Dit is de spanning waarvan de filosoof Charles Taylor zegt dat het postmoderne mensen typeert. Het verklaart dat religie nooit helemaal weg gaat, ook niet als de wetenschappelijke trein voortdendert. Iemand in mijn colleges zei het zo: natuurlijk geloof ik niet in God, maar ik weet ook dat er meer is tussen hemel en aarde.

Hoe kwamen we hierin terecht?

Deze spanning komt ergens vandaan. In de loop van de tijd werden we wie we zijn. Een belangrijke fase in die geschiedenis werd door de filosoof Nietzsche aangewezen. God is dood, zei hij. Weg, verdwenen. En als God dood is, dan is er nooit meer een antwoord op de waarom-vraag.

De komende blogs wil ik stilstaan bij deze ontwikkeling. Nietzsche had ‘m niet bedacht, hij constateerde het. [linkje naar video over Nietzsche] En hij waarschuwde. Het leven wordt er niet eenvoudiger op, zonder God.

filosofie en het geloof in godFilosofie en het geloof in God (2)

Met haar Empathy cards wil Emily McDowel mensen helpen. Reken af met het zoeken naar redenen, zegt ze via haar kaarten. Empatie vandaag de dag betekent het stoppen met zoeken naar verklaringen. Aanwezig zijn is genoeg. Een hand vasthouden. Meehuilen en meebalen. God is dood, er is geen reden, we moeten het zelf doen.

Er zijn ook mensen die zeggen: juist als je dat doet, ben je spiritueel bezig. Ze verwijzen naar de christelijke versie van de uitspraak ‘God is dood’. God hing aan een kruis en toen iedereen zei: kom er dan vanaf! doe er wat aan! – toen bleef hij hangen. De filosoof Slavoj Zizek zegt het zo: een echte christen is een atheïst.

Ongeneeslijk Religieus 3: Nietzsche over de dood van God

Mensen kennen de filosoof Nietzsche van ‘de dood van God’. Die gedachte heeft ons veel gebracht. Maar Nietzsche waarschuwt ook voor de gevolgen ervan.

Ongeneeslijk religieus

In een nieuwe blogserie over filosofie en geloven in God, neem ik je mee in de vraag hoe we zijn geworden wie we zijn: seculiere, postmoderne mensen, levend in de tijd van de dood van God. Langs verschillende historische gebeurtenissen en filosofische vragen kan er zo een beter begrip van jezelf en de huidige tijd ontstaan. En ik evalueer of ze een punt hebben, filosofen die zeggen: ‘misschien staat God ook weer op’. Klik hier voor mijn boek: Ongeneeslijk Religieus.

Nietzsche over de dood van God

Stel, jij bent vijf jaar oud en je ouders nemen je mee naar de Ikea. Dat is goed nieuws, want de Ikea heeft een ballenbak en Zweedse gehaktballetjes. Je ouders gaan de winkel in en jij vermaakt je met alle andere kids in de ballenbak. Na een poosje ben je er wel weer klaar mee.

Al snel klinkt het door de Ikea: ‘Willen de ouders van [jouw naam] hun kind ophalen uit Småland?’ Maar van je ouders geen spoor, ook niet als de oproep nog twee keer wordt herhaald.

De andere kinderen worden wel opgehaald. Tot de ballenbak, op jou na, verlaten is. Het personeel van de ballenbak heb je trouwens ook allang niet meer gezien. Je tuurt eens over de rand de winkel in, maar net op dat moment gaan de lichten uit. Wacht. Wat..?

Daar zit je dan. Tussen de ballen. Dit is krankzinnig, denk je. Al die gekleurde ballen. Wat doe ik hier? En m’n ouders… zijn die me nou serieus vergeten? Hoe moet het verder?

De dood van God, je kunt opnieuw beginnen?

Dat, zegt de filosoof Friedrich Nietzsche, is het gevoel dat je zou moeten hebben als je op een dag hoort dat God dood is. Volstrekte waanzin. Absolute eenzaamheid. Richtingloosheid.

De uitspraak van Nietzsche dat God dood is, kennen we. Het komt uit een verhaal dat Nietzsche schreef over een gestoorde man die met een lantaarn op het marktplein liep en continu riep: ‘Waar is God?’

Minder bekend is hoe het verhaal verder gaat. Want de gestoorde man houdt een speech. ‘Wij hebben God gedood’ stelt hij, en:

Hoe hebben we het klaargespeeld om de zee leeg te drinken? Wie gaf ons de spons waarmee we de hele horizon konden wegvegen? (…) Maken wij niet één onafgebroken val? En wel achterwaarts, zijwaarts, voorwaarts, naar alle kanten?

Het ballenbakgevoel. Je ankerpunt is weg. God is dood. Je kunt opnieuw beginnen.

Hoe moet je verder?

Misschien denk je nu: wat een onzin. Ik heb niet het idee dat God dood is. Of: ik heb niet het idee dat we veel missen nu God dood is. Bovendien zijn we stuurloos.

‘God is dood’ is eigenlijk ook een vreemde uitspraak. Geloofde Nietzsche dan dat God eerst wel leefde? En hoe werkt dat, als goden sterven? Ik denk dat het niet zo belangrijk is. Het tweede deel van de speech van de gestoorde man is veel interessanter.

Filosofen van de afgelopen eeuw hebben de nadruk gelegd op de gevolgen van Nietzsche’s uitspraak. Daar zit je dan, alleen in de ballenbak – en je vraagt je af hoe het verder moet. Want dat verklaart waarom ik in vergelijking met m’n oma zoveel meer keuzes moet maken (zie ander blog). En het verklaart waarom lijden voor ons betekenisloos is (zie nog een vorig blog).

Ik wil’ in plaats van ‘gij zult’

De filosofie van na de dood van God gaat over ‘vrijheid’, ‘authenticiteit’ en ‘worden wie je bent’. Prachtige termen, die tegelijk een hoop stress veroorzaken. ‘Veroordeeld tot vrijheid’ noemt de filosoof Sartre dat. Het levert zowel hoge burn-out– en eenzaamheidscijfers op als ongekende vrijheid en mogelijkheden. Net als in de ballenbak.

En nu? Gaat het verhaal verder? Hoe ziet de toekomst eruit? Ook daar had Nietzsche ideeën over. In een andere passage schrijft hij weer een ander, bizar verhaal.

Ooit werd de geest geboren, stelt hij. Mensen gingen nadenken. Ze werden zich bewust van zichzelf en hun omgeving. En ze kregen vragen. Waar kom ik vandaan? Waar ga ik heen? Ballenbakvragen, zo je wilt.

Het duurde niet lang, stelt Nietzsche, of de geest transformeerde in iets anders. Een kameel. Een lastdier, bepakt met bagage. Discipline, regels, richtlijnen. Een loodzwaar pakket van eisen die de mens schijnbaar vrijwillig op zich neemt. Een pakket dat even ambitieus als onhaalbaar is. Teleurstellingen liggen op de loer.

Natuurlijk kun je in die kameel religie te herkennen. Volgens Nietzsche heeft de kameel continu te maken met een draak die ‘gij zult’ heet.

Dat houdt niemand vol. En dus wordt de geest een leeuw die de lasten van zich afwerpt. De leeuw verslaat de draak. En vanaf dat moment staat centraal wat de mens zelf wil. ‘Ik wil’ in plaats van ‘gij zult’. Geen voorgeschreven regels meer, maar absolute vrijheid. Religie is dood. God is dood. We doen het zelf.

Maar het verhaal gaat verder. Want de geest moet nog een laatste keer transformeren. De leeuw is niet het eindstation. Er moet een laatste fase komen, zegt Nietzsche, de fase van het kind. Onschuldig. Weerloos. Spelend. Dat is de toekomst voor de mens, na de dood van God. Spelenderwijs opnieuw uitvinden wat het leven waard is. Opnieuw beginnen.

Levenskunst is leren spelen

Het verhaal van de leeuw en de kameel kan een beschrijving zijn van de geschiedenis: op een dag waren we klaar met God. Maar het is ook een beschrijving van het leven van elke mens. Geboren worden, regels gehoorzamen en dan de vrijheid. Maar daar eindigt het niet. Levenskunst is leren spelen. Een nieuw mens worden.

Leg je eigen leven er maar eens langs. Waarschijnlijk kun je de fases aanwijzen. Wanneer jij de lasten droeg van wat je allemaal moest en hoe je daarmee misschien afrekende. Maar ook hoe het verder ging en hoe je zelf iemand bent geworden.

God is dood. Meer dan ooit geldt: je moet het zelf doen. Spelenderwijs. Zoekenderwijs. Alleen, in de ballenbak van het leven. Opnieuw geboren worden. Geen wonder dat ook theologen zich gaan bezighouden met de dood van God – maar daar ga ik in mijn volgende blog op in…

Ongeneeslijk Religieus 4: de dood van God, leve de keuzestress

God is dood. Keuzestress leeft. Filosofen schrijven er veel over. En het is goed te zien aan m’n oma. Zij heeft God nog en aanzienlijk minder keuzestress.

Ongeneeslijk religieus

In een nieuwe blogserie over filosofie en geloven in God, neem ik je mee in de vraag hoe we zijn geworden wie we zijn: seculiere, postmoderne mensen, levend in de tijd van de dood van God. Langs verschillende historische gebeurtenissen en filosofische vragen kan er zo een beter begrip van jezelf en de huidige tijd ontstaan. En ik evalueer of ze een punt hebben, filosofen die zeggen: ‘misschien staat God ook weer op’. Klik hier voor mijn boek: Ongeneeslijk Religieus.

Keuzestress: mijn oude oma en ik

Ik heb een oude oma van 80. Ze woont al bijna haar hele leven in Mariënberg (dat ligt in Overijssel). Soms ga ik bij haar en m’n opa op de koffie – ik weet precies wanneer die net gezet is. Ik weet ook wat ze zondags eten en ik weet wanneer ze naar hun vaste plek in de kerk lopen: om 13.45 uur – ze zijn steevast een half uur te vroeg.

Zelf woon ik in Amsterdam. Elf jaar geleden heb ik de omgeving van Mariënberg verlaten en ben ik in de stad gaan wonen. Mijn oma vraag altijd of het er druk is, in Amsterdam. ‘Ja’, zeg ik dan.

Ik denk niet dat mijn oma zich ooit heeft afgevraagd of ze kinderen wilde of niet. Ik wel. Of ze wilde samenwonen of direct trouwen. Of ze dat liever alleen zou blijven. Voor al deze vragen kan ik tegenwoordig bij The School of Life terecht. Ze bieden ook cursussen aan met de titel ‘worden wie je bent’ en ‘ongeveer 25 visies op de zin van het leven’. Dat kost €44 per avond en vaak heb je er echt wat aan.

Gekke dingen gebeuren altijd heel ver weg

Sommige mensen zeggen: de tijd van je oma komt nooit meer terug. De rust, het ritme, de regelmaat. De vooruitgang, de wetenschap en de globalisering hebben haar ingehaald. In Amsterdam zit je er middenin.
Concreter: in Amsterdam zit je midden tussen de mensen die heel anders zijn dan jij. Ze geloven iets compleet anders, ze kijken anders naar de wereld en vaak zijn ze nog hartstikke aardig ook.
Mijn oma zegt altijd: ‘Gekke dingen gebeuren altijd heel ver weg’. En toen kwam de televisie. En het internet. Opeens kwamen gekke mensen en gekke dingen op de koffie.

We zijn individueel, democratisch en seculier geworden

Mijn oma en ik zijn een fragment van een groter verhaal – dat is het verhaal van de afgelopen 500 jaar, waarin westerse mensen individueel, democratisch en seculier zijn geworden. Hoe is dat gegaan?

Charles Taylor, een hedendaagse filosoof (ik haalde hem in het vorige blog al aan) stelt dat postmoderne mensen, zoals jij en ik, meer dan ooit tevoren ervan doordrongen zijn dat wat wij denken en geloven verre van vanzelfsprekend is.

Anders gezegd: 500 jaar geleden leefden mensen in een wereld waarin ze praktisch nooit mensen tegenkwamen die én een beetje normaal waren én heel iets anders geloofden dan zij zelf. Niet in levende lijve, maar ook niet op tv.
In de postmoderne tijd zijn we omgeven door mensen die heel iets anders geloven. Tuurlijk, iedereen heeft z’n eigen bubbel, maar we noemen het ‘onze bubbel’, omdat we heel goed weten dat je ook in heel andere bubbels kunt zitten. Het wordt ook wel melting pot genoemd. En de laatste tijd steeds vaker: pressure cooker. Want het levert een hoop stress op.

Carrièrestress, partnerstress, zingevingsstress. De druk op het individu is nog nooit zo hoog geweest. We moeten alles kiezen. En o wee als je de verkeerde keuze maakt. Gauw een cursus doen bij The School of Life. (over deze spanning schreef ik al eerder, zie hier).

De snelkookpan is geëxplodeerd

Sommige mensen zeggen: de tijd van je oma gaat voorbij. De wetenschap heeft religies ingehaald. Taylor zegt iets anders. Hij zegt: in onze tijd is de pressure cooker geknapt. Er kwam een explosie. En alles wat er in die cooker zat, is eruit gespat. Tegen de muren, tegen het plafond.

Ieder z’n eigen religie, ieder z’n eigen spiritualiteit, ieder z’n eigen visie op het leven. Dat was het resultaat. We schrapen het bij elkaar, ieder voor zich. Terwijl we dachten dat religie en spiritualiteit zou verdwijnen, zijn er nu een talloze opties over. ‘25 of meer visies op zingeving’ bij The School of Life.
Het is er allemaal niet eenvoudiger op geworden. God ging dood en wat we overhielden was keuzestress. De filosoof Friedrich Nietzsche, de God-is-dood-profeet zei het al: het wordt er niet eenvoudiger op. (Meer hierover in het volgende blog).

Soms ga ik bij oma op de koffie. En hoewel ik blij ben dat ik niet in Mariënberg woon, denk ik toch vaak: soms zou ik willen dat ik kon leven als zij. Minder keuzes, minder stress. Meer tijd over om gelukkig te zijn. Een soort fantoompijn is het. Een verlangen naar iets dat er niet meer is. En iets dat onmogelijk ooit weer terug kan komen.

Ook filosofen rekenen: Al-Khwarizmi

Veel wetenschap begint bij rekenen, bij de wiskunde. Zo ook de wetenschap in het Arabische Rijk. De belangrijkste figuur daarin: Al-Khwarizmi.

Wetenschap ontstaat uit onwetendheid, zegt de schrijver Harari. En onwetendheid kan leiden tot nieuwsgierigheid. Ik schreef erover in een vorig blog. Maar hoe ontstaat zulke nieuwsgierigheid? In de Islamitische wereld zag het er ongeveer zo uit:

Uitdagingen

Toen het Islamitische rijk in de 8e eeuw enorm groot was gegroeid, ontstond er een dringende behoefte aan kennis. De politieke leiders uit die tijd werden geconfronteerd met splinternieuwe politieke uitdagingen. Hoe bestuur je een rijk dat zo groot is? Hoe weet je überhaupt hoe groot het is? Hoe hef je belasting?

Maar de Islam als splinternieuwe religie bracht ook z’n uitdagingen met zich mee. Wat is de juiste bidrichting naar Mekka als je weet dat de aarde bolvormig is? (een vliegtuig naar New York vliegt immers ook nooit rechtstreeks over de globe, maar altijd met een boogje). Of: hoe zorg je ervoor dat de enorm gedetailleerde erfeniswetten van de Koran op de juiste manier worden uitgevoerd?

Op de schouders van reuzen

Het antwoord op veel van deze vragen kwam van wetenschappers. Zij haalden kennis en wijsheid uit de verschillende beschavingen die het Islamitische rijk had overgenomen (Byzantijnen, Perzen, Hindoe-volken en meer) en ontwikkelden hun eigen wetenschap.

En al snel ontdekte men dat als je ergens moest beginnen, dan was het wel bij de wiskunde. Al-Khwarizmi kreeg de delicate opdracht nou eens een compleet wiskundig systeem te ontwikkelen, op basis waarvan de wetenschap weer verder kon. In de inleiding van zijn boek schrijft hij:

“ik ga de makkelijkste en handigste rekenkunde onderwijzen, die men vaak nodig heeft in: erfrecht, nalatenschappen, onderverdeling, rechtspraak en handel, en in al het andere normale menselijke verkeer, of met betrekking tot het graven van grachten, geometrische berekeningen en berekeningen van andere objecten.”

Kortom: voor alles.

Al-Khwarizmi’s wiskunde: 0 en x

En Al-Khwarizmi doet drie dingen: hij importeert het Indiase getalsysteem. De Romeinse of Griekse cijfers zijn alleen maar ingewikkeld zegt hij, maar met het Indiase getalsysteem heb je maar 10 tekens nodig. We gebruiken het tot op de dag van vandaag.

Met dat Indiase getalsysteem is iets bijzonders aan de hand. Er is een teken voor de 0. En dat had geen enkel ander systeem tot dan toe. Want het concept 0 is toch een beetje vreemd. Je kunt het niet delen, je kunt er moeilijk mee rekenen, 0 is natuurlijk niks (en waarom zou je er dan een teken voor hebben). En, de 0 was een beetje spannend. Het niets, de leegte, het zwarte gat: iets om bij weg te blijven (zie bijvoorbeeld deze ‘biografie van het gevaarlijke idee 0’.0.

Al-Khwarizmi doet nog iets. Hij introduceert algebra. En in vergelijking met klassieke rekenkunde introduceert hij dus het rekenen met het concept ‘x’. In plaats van: 2+3=? introduceert Al-Khwarizmi: 2+x=5. Zeker bij complexe sommen is dit een enorme uitkomst.

Maar voor ‘x’ geldt hetzelfde als voor 0: wat is het? Het is onwetendheid, het is iets niet weten. Het is staan in onzekerheid. ‘Nergens voor nodig’, zeggen veel tijdgenoten en zeiden veel culturen (zie mijn vorige blog). Maar Al-Khwarizmi doet het toch.

De filosoof

Met ‘x’ en ‘0’ waagt deze wetenschapper zich op gevaarlijk terrein. Het gevaar van dingen willen weten die misschien wel niet voor je oren bestemd zijn. Maar Al-Khwarizmi gaat de uitdaging aan. Hij wil weten. Hij gaat zoeken. De wiskundige Al-Khwarizmi is filosoof in z’n puurste vorm: iemand met liefde voor de wijsheid.

“The Scientific Revolution has not been a revolution of knowledge. It has been above all a revolution of ignorance.”

Harari, Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid

Godsbewijzen: het ontologisch godsbewijs

In deze serie ‘Godsbewijzen’ wordt drie keer een godsbewijs (en hun weerleggingen) uit de geschiedenis behandeld. Hier: het meest hardnekkige godbewijs.

Serie: godsbewijs

In deze serie Godsbewijs’ wordt drie keer een godsbewijs (en hun weerleggingen) uit de geschiedenis behandeld.

Intro

Het ontologisch godsbewijs is filosofisch gezien het meest ‘slanke’ bewijs. Zelfs als je leven een droom zou blijken te zijn, en alles wat je denkt te zien onecht, dan nog kun je tot dit godsbewijs komen – zo is de claim. Het ontologisch godsbewijs gaat enkel uit van concepten in ons denken.

Stap 1: vormen

‘Concepten’ in ons denken hebben veel te maken met hoe de werkelijkheid werkt. Stel je bijvoorbeeld eens een cirkel voor. Een cirkel is een vorm waarbij alle uiterste punten even ver van het midden verwijderd zijn. En stel je nu een vierkant voor. Een vierkant heeft vier even grote hoeken en vier even grote zijden. Helder.

Maar stel je nu eens een vierkante cirkel voor. Dat kan niet. En daar hebben we geen zichtbaar bewijs voor nodig: de concepten voor ‘cirkel’ en ‘vierkant’ sluiten elkaar uit. Voor een bepaald figuur kan niet gelden dat alle uiterste punten even ver van het midden verwijderd zijn en dat er vier even grote hoeken in staan. Een vierkante cirkel is een conceptuele contradictie.

Stap 2: de eenhoorn

Bestaan er eenhoorns? Veel mensen zeggen van niet. Het zijn sprookjesdieren. Maar dat is gek, want iedereen heeft een visuele voorstelling van wat een eenhoorn is (een eenhoorn is een (wit) paardachtig wezen met een hoorn op het hoofd). Terwijl als ik zou zeggen: ‘bestaan er wiziewarda’s?’ dan zou je eerst vragen: wat is een wiziewarda?

Een eenhoorn bestaat conceptueel, zeggen filosofen. Hij bestaat in ons hoofd, of in een sprookjesboek of een sprookjesfilm. Als concept, als bedenksel. Maar niet in de buitenwereld, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk.

Stap 3: God

En nu naar God. Of je nou zegt: ‘God bestaat’ of: ‘God bestaat niet’, of zelfs: ‘ik weet niet of God bestaat’ – in alle gevallen hebben we het over een concept ‘God’.

En daar begint het ontologisch godsbewijs. Dat concept ‘God’ – wat is het precies? Nouja, bij ‘God’ denkt iedereen al gauw aan: almachtig, eeuwig, alwetend, etc. Alles wat daarvan afwijkt, lijkt al een stuk minder op wat de meeste mensen zich voorstellen bij ‘God’.

De middeleeuwse monnik Anselmus (d.1109), die dit argument als eerste uitwerkte, vatte dat concept samen als: “God is datgene waarboven niets groters gedacht kan worden”. Want als er wel iets was dat groter was dan God, dan zouden we dat God noemen. Zit wat in.

Stap 4: het bewijs

Nu komt-ie: als God datgene is waarboven niets groters gedacht kan worden, dan moet hij (zij/ het) ook bestaan. Want ‘bestaan’ is groter dan ‘niet-bestaan’. En als God niet zou bestaan, dan zou er iets gedacht kunnen worden dat nog groter is – alles wat (een niet-bestaande) God is en dan ook nog bestaand.

Of, anders gezegd. Als je zegt ‘God bestaat niet’ zeg je eigenlijk zoiets als ‘vierkante cirkel’: het is een conceptuele contradictie. Want het concept ‘God’, datgene waarboven niets groters gedacht kan worden, impliceert dat het bestaat. Het is immers het grootst denkbare (en dus bestaat het).

En?

Dit is een van de meest hardnekkige godsbewijzen ooit bedacht. Wat denk jij ervan? Valt-ie te weerleggen?

(volgende blog meer!)

De filosofie van René Descartes (in gif)

René Descartes leefde van 1596-1650 en had een idee.Als wiskundige ging hij de filosofie op een baanbrekende manier te lijf.

René Descartes leefde van 1596-1650 en had een idee.

Als wiskundige ging hij de filosofie op een baanbrekende manier te lijf.

Hij vroeg zich af: wat is hetgeen we het meest zeker weten?

Wat is waar, is het datgene wat we zien, of datgene wat we denken?

Sommige dromen kunnen bijvoorbeeld zo echt zijn, dat ik niet door heb dat ik droom. Maar zou dat niet voor het hele leven kunnen gelden?

Weten we bijvoorbeeld ZEKER dat we (zoals in de film The Matrix) niet gewoon een brein op sterk water zijn, dat impulsen krijgt toegediend waardoor we denken mee te maken wat we meemaken?

Descartes denkt van niet. Zo beschouwd, twijfelen we aan alles en weten we NIETS zeker!

Maar wacht eens… (zegt Descartes)

Zelfs als we aan ALLES twijfelen – dan nog kunnen we iets zeker weten: dat we twijfelen, en dus: denken!

En als ik denk, dan besta ik dus ook!

“Ik denk dus ik ben” werd een van de beroemdste uitspraken van de filosofie – het begin van de moderne tijd.

Filosofie en islam

1000 jaar geleden. Het Arabische Rijk en de islam waren dominant. Er was wetenschap, filosofie en tolerantie. Daar hoor je tegenwoordig nooit meer over.

Islam in Europa

Intolerant, onverdraagzaam, onverlicht en geen wetenschap (laat staan filosofie). Alles wat West Europa niet is. Zo wordt de islam vandaag de dag nog wel eens getypeerd. Daar kun je van alles over zeggen, maar wat je ook kunt zeggen is dit: 1000 jaar geleden werd er in Europa hetzelfde gezegd, maar dan de andere kant op.

Het lijkt vergeten geschiedenis. Maar een Islamitische, Arabisch sprekende beschaving heeft eeuwenlang grote delen van Spanje gedomineerd, tot aan de grens van het huidige Frankrijk (zie het kaartje hieronder)

andalusië

Verhoudingen van het Islamitische rijk per periode.

Rond het jaar 711 kwam een Noord-Afrikaanse leger onder de vlag van het Islamitische rijk in Damascus Spanje binnen. Ze veroverden in korte tijd het hele Iberische schiereiland en bleven er jaren zitten.

Columbus

Pas in 1492 werd het laatste restje Islamitisch rijk veroverd door een Christelijke koninkrijk. Dat is het jaar dat Columbus naar Amerika vertrok. En het jaar dat afgekondigd werd dat alle Joden (die tot dan toe zonder al te veel problemen in het Islamitische rijk woonden) het gebied moesten verlaten. Eén ervan ging mee met Columbus naar Amerika. En een ander was de opa van Spinoza – zij belandden later in Nederland.

Een kleine 800 jaar was er Arabische cultuur, architectuur wetenschap, filosofie, kunst en islam te vinden in Europa. Cordoba, de hoofdstad van het Islamitische rijk in Spanje, wordt vaak genoemd als de belangrijkste stad van Europa in die tijd.

Filosofie

En de filosofie bloeide. Joodse filosofie, Arabische filosofie en hier en daar wat Christelijke filosofie. Als het ergens werd bedreven in Europa van die tijd, dan was het in het Arabische deel.

Sterker nog: het was grotendeels dankzij het Islamitische rijk in Spanje dat de filosofie- en wetenschapsgeschiedenis in Europa een nieuwe ontwikkeling doormaakte. De (intolerante, onderontwikkelde, niet-verlichte?) christelijke cultuur die langzaamaan de steden van Andalusië veroverden, troffen er enorme bibliotheken aan, vol met onbekende wetenschappelijke en filosofische boeken, waarvan er veel uit de Griekse oudheid kwamen.

Werken van Aristoteles, Ptolemeus, Archimedes, Euclides, Galen en vele anderen waren, in het Arabisch vertaald, in die bibliotheken te vinden. De Europese veroveraars hadden nog nooit van deze namen gehoord.

Europa van nu

menocal

De koortsachtige vertaalbeweging, van het Arabisch in het Latijn, die in de 12e eeuw in Europa begon wordt vaak gezien als de eerste stap naar de wetenschappelijke revolutie die later in Europa plaatsvond.

Er wordt steeds meer geschreven en gediscussieerd over de invloed van het Islamitische rijk op Europa. Wat zeker is: lange jaren lang was er geen tolerantere cultuur in Europa dan de Islamitische (zie hiernaast een interessant boek daarover). En de Europese wetenschappelijke ontwikkeling heeft heel veel te danken aan de kennis uit het Islamitische rijk.

Modder gooien naar elkaars beschaving heeft niet zoveel zin. Beter is het goed op de hoogte te zijn – tijd dus om dit stukje geschiedenis weer eens naar voren te halen.

Meer