Godsbewijzen: het ontologisch godsbewijs

In deze serie ‘Godsbewijzen’ wordt drie keer een godsbewijs (en hun weerleggingen) uit de geschiedenis behandeld. Hier: het meest hardnekkige godbewijs.

Serie: godsbewijs

In deze serie Godsbewijs’ wordt drie keer een godsbewijs (en hun weerleggingen) uit de geschiedenis behandeld.

Intro

Het ontologisch godsbewijs is filosofisch gezien het meest ‘slanke’ bewijs. Zelfs als je leven een droom zou blijken te zijn, en alles wat je denkt te zien onecht, dan nog kun je tot dit godsbewijs komen – zo is de claim. Het ontologisch godsbewijs gaat enkel uit van concepten in ons denken.

Stap 1: vormen

‘Concepten’ in ons denken hebben veel te maken met hoe de werkelijkheid werkt. Stel je bijvoorbeeld eens een cirkel voor. Een cirkel is een vorm waarbij alle uiterste punten even ver van het midden verwijderd zijn. En stel je nu een vierkant voor. Een vierkant heeft vier even grote hoeken en vier even grote zijden. Helder.

Maar stel je nu eens een vierkante cirkel voor. Dat kan niet. En daar hebben we geen zichtbaar bewijs voor nodig: de concepten voor ‘cirkel’ en ‘vierkant’ sluiten elkaar uit. Voor een bepaald figuur kan niet gelden dat alle uiterste punten even ver van het midden verwijderd zijn en dat er vier even grote hoeken in staan. Een vierkante cirkel is een conceptuele contradictie.

Stap 2: de eenhoorn

Bestaan er eenhoorns? Veel mensen zeggen van niet. Het zijn sprookjesdieren. Maar dat is gek, want iedereen heeft een visuele voorstelling van wat een eenhoorn is (een eenhoorn is een (wit) paardachtig wezen met een hoorn op het hoofd). Terwijl als ik zou zeggen: ‘bestaan er wiziewarda’s?’ dan zou je eerst vragen: wat is een wiziewarda?

Een eenhoorn bestaat conceptueel, zeggen filosofen. Hij bestaat in ons hoofd, of in een sprookjesboek of een sprookjesfilm. Als concept, als bedenksel. Maar niet in de buitenwereld, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk.

Stap 3: God

En nu naar God. Of je nou zegt: ‘God bestaat’ of: ‘God bestaat niet’, of zelfs: ‘ik weet niet of God bestaat’ – in alle gevallen hebben we het over een concept ‘God’.

En daar begint het ontologisch godsbewijs. Dat concept ‘God’ – wat is het precies? Nouja, bij ‘God’ denkt iedereen al gauw aan: almachtig, eeuwig, alwetend, etc. Alles wat daarvan afwijkt, lijkt al een stuk minder op wat de meeste mensen zich voorstellen bij ‘God’.

De middeleeuwse monnik Anselmus (d.1109), die dit argument als eerste uitwerkte, vatte dat concept samen als: “God is datgene waarboven niets groters gedacht kan worden”. Want als er wel iets was dat groter was dan God, dan zouden we dat God noemen. Zit wat in.

Stap 4: het bewijs

Nu komt-ie: als God datgene is waarboven niets groters gedacht kan worden, dan moet hij (zij/ het) ook bestaan. Want ‘bestaan’ is groter dan ‘niet-bestaan’. En als God niet zou bestaan, dan zou er iets gedacht kunnen worden dat nog groter is – alles wat (een niet-bestaande) God is en dan ook nog bestaand.

Of, anders gezegd. Als je zegt ‘God bestaat niet’ zeg je eigenlijk zoiets als ‘vierkante cirkel’: het is een conceptuele contradictie. Want het concept ‘God’, datgene waarboven niets groters gedacht kan worden, impliceert dat het bestaat. Het is immers het grootst denkbare (en dus bestaat het).

En?

Dit is een van de meest hardnekkige godsbewijzen ooit bedacht. Wat denk jij ervan? Valt-ie te weerleggen?

(volgende blog meer!)

De eenhoorn bestaat echt!

Als ik het heb over een eenhoorn, weet jij waar ik het over heb. Ook zonder dat jij en ik ‘m ooit gezien hebben. En dus bestaat-ie. Blog over echt en nep.

Toiletfilosofie

Op het toilet, nota bene, kwam ik deze uitspraak tegen. Het Student Hotel aan de Wibautstraat hangt vol testosterone uitspraken, zoals ‘the only way is up’ . Een beetje onwerkelijk vind ik zo’n quote altijd. ’Unreal’ dus juist.

Toch zit er iets interessants in deze uitspraak. Filosofen stellen zich al eeuwen de vraag: wat is er echt? Van een droom zullen de meeste mensen bijvoorbeeld zeggen dat het niet echt is. Maar deze uitspraak lijkt te veronderstellen dat dromen ook echt zijn.

Wat is echt?

Wat is de definitie van ‘echt’? Een eerste optie die vaak wordt genoemd is een variant op ‘eerst zien dan geloven’. Echt is wat zintuigelijk waarneembaar is. En een droom is dus niet echt.

Van deze vorm van echtheid hoor je soms zeggen dat het de enige betrouwbare vorm van echtheid is. Het is de vorm waar de wetenschap zich mee bezighoudt. Meetbaar, analyseerbaar, controleerbaar. Echt.

En een eenhoorn dan?

Maar deze definitie strookt niet altijd met de praktijk. Neem bijvoorbeeld een eenhoorn. De meeste mensen zullen zeggen dat een eenhoorn niet echt is maar een soort droomwezen. Je komt een eenhoorn immers nooit tegen in de zintuigelijke wereld. Toch moet er iets ‘echts’ aan de eenhoorn zitten, want jij weet precies wat ik bedoel als ik het heb over een eenhoorn – ook zonder dat jij en ik ‘m ooit gezien hebben.

Ideeën hebben een bepaalde ‘echtheid’. Een andere echtheid dan zintuigelijk waarneembare dingen misschien, maar als ze helemaal niet echt waren, hoe zouden we er dan over kunnen praten en denken? Het idee ‘kwadraat’ is nog een voorbeeld van zo’n idee dat je nooit in het echt tegenkomt, maar wel een bepaalde echtheid heeft.

In die zin klopt deze uitspraak dus. ‘Everything you can imagine is real’. De vraag is eerder: wat voor soort real?

Dieper: dromen bestaan

Nog een niveautje dieper: filosofisch gezien is het ongelooflijk moeilijk (zo niet onmogelijk) om aan te tonen dat onze zintuigelijke wereld echt is.

De beroemde film De Matrix speelt met die gedacht en vraagt: kun jij bewijzen dat alles wat jij denkt waar te nemen echt is en geen droom? Of: kun jij bewijzen dat je geen brein op sterk water bent dat bepaalde impulsen toegediend krijgt waardoor je denkt dingen waar te nemen? Bekijk hieronder een fragment:

Kun je bewijzen dat je niet droomt? Het antwoord is vaker nee dan ja. De wetenschap is filosofisch gezien lang niet zo betrouwbaar als het lijkt. En dus hebben filosofen het vandaag de dag nog vaak over deze vraag.

“Everything you can imagine is real”. Zit best wat in, zou een filosoof zeggen. Maar dan: wat voor soort real? Droomreal? Eenhoornreal? Of wetenschappelijke real? Ohja, en wat heeft dat precies met een toiletbezoek te maken?