De filosoof Sartre was de rockster van het Existentialisme. Bij zijn begrafenis waren meer mensen dan bij die van Andre Hazes. Kun je nagaan.
Maar Sartre was geen optimistisch filosoof. Hij vond het leven maar bizar
Dat klopte ook wel, want Sartre groeide op in de tijd van twee wereldoorlogen. Hij zat zelfs even gevangen.
Dat maakte dat Sartre stelde dat niet goden het ons moeilijk maken, maar vooral wijzelf het ons moeilijk maken: “de hel dat zijn de anderen”
Maar de oorlog is over. We zijn vrij!
Tenminste, dat zou je denken. Sartre zegt echter: je bent niet alleen vrij, je bent ook ‘veroordeeld tot vrijheid’.
Want de vrije mens van vandaag weet dat hij overal steeds voor moet kiezen en dat met elke keuze andere opties verdwijnen.
Kies ik voor kinderen? Ok, maar dat gaat ten koste van m’n feestjes, nachtrust en vrije tijd.
Kies ik ervoor om carrière te maken? Ok, maar dan gaat dat ten koste van m’n tijd met vrienden en familie
Maar kun je dan niet gewoon niet-kiezen? Nee, zegt Sartre, dan houd je jezelf voor de gek. Je speelt een toneelspel. Je bent ‘niet trouw aan jezelf’:
Hoera, we zijn vrij dus! En: ohnee, hoe kan ik ooit de juiste keuzes maken?