Ongeneeslijk religieus
Hardenberg, 2006...
Vlak voor mijn achttiende verjaardag, ging ik op bezoek bij een professor. Bij hem thuis op de bank. Koffie met een koekje erbij. Hij ging naar dezelfde kerk als ik (zo kende ik hem) en ik wilde hem om raad vragen. Ik was bijna klaar op de middelbare school en ik zou gaan studeren. En de grote vraag was: waar?
Ik ben opgegroeid in wat sommige mensen de ‘laatste zuil van Nederland’ noemen: de gereformeerd vrijgemaakte kerk. En ik heb er een heerlijke jeugd gehad. Maar de dag kwam dat ik zou gaan studeren.
ik zei
Moet ik niet ook buiten de zuil kijken? Kan ik niet beter in Amsterdam gaan studeren?
Niet verstandig. Leg eerst een goede gereformeerde basis. Pas daarna zou je naar Amsterdam kunnen.
zei de professor
en een vrouw uit mijn kerk zei:
Pas maar op, in Amsterdam zul je je geloof verliezen.
Mijn geloof verliezen?
Daar was ik niet bang voor. Ik twijfelde er niet over dat een vast geloof bestand zou zijn tegen een studie in Amsterdam.
Je geloof verliezen? Wie dat zegt, dacht ik altijd, heeft niet echt een hoge pet op van z’n eigen geloof.
"Ik ben toch naar Amsterdam gegaan."
Maar ze bleken gelijk te hebben. Die professor en die vrouw.
Ik ging in korte tijd van absolute zekerheden over naar absolute twijfel. En na een jaar was ik definitief de weg kwijt.
Het heeft me enorm aan het denken gezet. En daar gaat mijn boek over.
In het onderstaande neem ik je mee in m'n redenering.
De eerste vraag die ik kreeg was:
Kun je eigenlijk wel kiezen voor wat je gelooft?
Je zou denken van wel. Maar klopt dat?
Mij lukte het niet.
En jou vaak ook niet. Probeer het maar eens:
Kun je vandaag kiezen te geloven dat de maan van kaas is?
(deze vraag stel ik in hoofdstuk 1)
Een gekke gedachte. Maar volgens mij zit er wel wat in.
Kiezen iets te geloven is zo eenvoudig nog niet.
Op een bepaalde manier komen je overtuigingen je aanwaaien. Bij mij wel in ieder geval.
En ik vroeg me af, zou dat niet voor ons allemaal gelden? Ook als je nergens in gelooft?
ik geloof in God
ik weet het niet
ik geloof niet in God
Dit is wat Nederlanders zeggen te geloven. bron hier.
Maar weten we eigenlijk wel wat we geloven?
Veel filosofen zeggen van niet.
We denken dat we iets (niet) geloven, maar uit ons handelen blijkt iets anders.
(dit punt maak ik in hoofdstuk 2)
"Wacht.
Dit is minder onlogisch dan het klinkt
Ik leg het even nader uit."
Stel dat iemand de volgende overtuiging heeft:
Pieter
Op zondag hoor je geen boodschappen te doen.
Maar vervolgens bijna elke zondag een uitzondering voor zichzelf maakt.
Vandaag moet het echt even (net als vorige week).
Pieter
Wat gelooft zo iemand dan? Wat is z'n overtuiging?
Is het wel zo logisch om alleen te kijken naar wat hij zegt?
Of moet je ook meewegen wat hij doet?
...en daarom is dit boek een boek voor:
Als ik aan iemand vraag:
Waarom geloof je eigenlijk niet in God?
Dan hoor ik vaak:
Er is zo veel lijden in de wereld. Dat kan ik niet verzoenen met het idee van een God.
Pieter
Ik denk dat het een terecht argument is.
Zeker sinds Auschwitz.
Hoe kun je geloven in een God die zoiets toelaat?
Maar de lastigheid is: wat is het alternatief?
Geloven in God
er is een groter plan
Auschwitz
Niet geloven in God
er is geen groter plan
nihilisme
willekeur
betekenisloosheid
zinloosheid
geen hoop
"Wacht.
Misschien vind je dit veel te snel gaan. Hoezo is het leven zonder God opeens zinloos? Dat is natuurlijk onzin.
Maar denk nog heel even met me mee..."
Susan Neiman
filosofe
De vraag naar het kwaad, is de vraag naar de begrijpelijkheid van de wereld als geheel.
En:
God is dood! (...) Dolen wij niet als door een oneindig niets? Ademt ons niet de ledige ruimte in het gezicht?
Friedrich Nietzsche
Deze filosofen hebben het over het leven als geheel.
Als God dood is, waar haalt dan het leven als geheel z'n betekenis, z'n doel, zin en bestemming vandaan?
Zo'n algemeen doel, zo'n algemene zin is er niet meer.
We moeten het nu allemaal zelf doen. Individueel.
Soms lukt dat heel goed. We zijn gelukkig.
Ik hoop dat het jou goed lukt.
Soms lukt dat niet. Bijvoorbeeld omdat je in een concentratiekamp terecht kwam, of omdat je ziek wordt.
Dan heb je pech.
...dit hoor ik ook regelmatig:
Ik zou wel willen geloven in God en in een hemel. Dat lijkt me best mooi.
Maar ja.
Pieter
'Maar ja', inderdaad.
Want na Auschwitz (en een hoop andere ellende) kunnen veel mensen dat niet meer geloven.
"Dat noem ik dus
ongeneeslijk religieus.
Maar goed, dat is wel duidelijk nu.
Nog één stap."
Dit waren de twee opties die ik net geschetst had:
Geloven in God
er is een groter plan
Auschwitz
Niet geloven in God
er is geen groter plan
Ik vroeg me af:
waar zou je het christelijke verhaal het beste onder kunnen scharen?
En in principe is het antwoord natuurlijk dit:
Geloven in God
er is een groter plan
Het christelijke verhaal
Auschwitz
Niet geloven in God
er is geen groter plan
Het christelijke verhaal
Maar toen kwam ik een aantal filosofen tegen, die iets anders zeiden.
Postmoderne filosofen. Filosofen in de school van Nietzsche. Filosofen van na de dood van God. En ze hebben het christelijke verhaal herontdekt. Niet dat ze nu opeens naar de gereformeerd vrijgemaakte kerk gaan (of welke andere kerk dan ook), maar ze vonden het christelijke verhaal nou juist goed passen bij hun filosofie.
In een schema ziet dat er zo uit:
Geloven in God
er is een groter plan
Het christelijke verhaal
Auschwitz
Niet geloven in God
er is geen groter plan
Het christelijke verhaal
Wacht, hoe ziet zoiets eruit?
Nou, in ieder geval heel anders dan wat ik vroeger leerde.
Ik laat de filosofen zelf aan het woord:
Slavoj Zizek
Wil je echt atheïst zijn, dan heb je het christelijke verhaal van de dood van God nodig.
Ik zoek naar een religie zonder religie.
John Caputo
Peter Rollins
To believe is human, to doubt divine
"Misschien is het nog niet helemaal duidelijk,
maar ja, dit is een webpagina...
Hieronder staat nog een filmpje waar ik dezelfde redenering maak als hierboven.
En verder verwijs ik je natuurlijk door naar mijn boek!"
Het christelijke verhaal door een nihilistische bril
Bekijk hier de lezing die ik hield over mijn boek.