Stel:
je zit in een treinwagon waarvan de remmen kapot zijn en je dendert een heuvel af.
Opeens zie je een splitsing komen en het enige wat jij kunt doen is kiezen of je rechts of links gaat (je remmen zijn nog steeds kapot):
Rechts op het spoor staan 5 nietsvermoedende mensen en links 2. Welke kant laat je de razende trein opgaan?
Veel mensen zeggen: liever 2 onder de trein dan 5.
Als je dat zegt, ben je een: “utilist” – je wilt het grootste goed voor zoveel mogelijk mensen.
Maar stel dat je niet op de trein zit maar op een brug bent geklommen. Je ziet de trein aan komen razen.
Er staan weer 5 nietsvermoedende mensen op het spoor en er staat een hele dikke meneer naast jou.
Als je hem op het spoor gooit, stort de brug in en worden de 5 mensen niet aangereden
Dus: 1 leven tegen 5. Wat zou je nu doen?
De meeste mensen zeggen: je mag die meneer niet omduwen.
Maar waarom niet? Is de situatie zo anders?
Immanuel Kant (1724-1804) heeft bedacht waarom niet.
Hij zegt: een mens mag je nooit als middel gebruiken voor iets anders.
Een mens is altijd een doel op zich. Kant is een deontoloog.
Denk er maar eens over na als je weer in de trein zit: ben je utilist of deontoloog?